Voerstreek - Hondenweer en geitenkaas

Tekst: Nanda Raaphorst
Foto's: Gerard van Battum

Zitten op de tijd
'Lekker niks doen? Nee joh, dan gaan we kopje onder in de tijd. Duurt een uur een kwartier, een minuut een seconde, worden we platgewalst door de tijd als luizen...', Erika kent het verhaal. Wat we kunnen doen is opstaan, de kachel laag draaien, de tv uitzetten, en met rugzak en al op de tijd gaan zitten, dat remt af. Goed, alleen Gerard twijfelt nog: 'Lili komt eraan.' Vorige week was ze nog op Cuba maar afgelopen week is ze begonnen aan een retourreis over de Atlantische Oceaan. Lili's gedrag is onberekenbaar. Haar afbellen heeft geen zin, Lili is een windhoos.

Uitgemergeld
De avond eindigt in een blokhut op een winderig plateau in Zuid-Limburg. Het is al pikkedonker. Bij kaarslicht nemen we het nog maar net ontstane plan door: wandelen in het Land van Herve, in het Mergelland.1 Een miljoen eeuwen waren er nodig om dat mergel te vormen; om het 'uit te mergelen' maar een paar. Daarbij is zoveel natuur verloren gegaan, dat het Mergelland nu doorgaat voor 'kwetsbaar gebied'. Reden om er grensoverschrijdend aandacht voor te vragen.
Bij Bemeler is het mergel blootgelegd; we kunnen via een pijnlijke kloof de aarde inkijken. Gerard zal de resten vereeuwigen, maar dat is pas morgen, voorlopig hangen we onderuit gezakt achter de wijn. Erika vertelt het verhaal van 'de champagneman'. Die is nu al champagne aan het hamsteren om die straks, bij de verwachte stormloop aan het eind van het jaar 2000, duur te verkopen. We lachen erom, al zou ik het twee glazen geleden nog niet zo'n gek idee hebben gevonden. De tijd een slag voor zijn, daar zit toch wat in? Dan kondigt de radio het goede nieuws aan: de wintertijd is begonnen, onverwacht is de tijd zestig minuten jonger.

Berooid
Lichter dan donkergrijs wil het de volgende ochtend niet worden. Op de caravan van de buurman liggen peren te rotten. Die zijn komen vallen uit oerlelijke bomen, hoogstambomen, die in de herfst op grimmige skeletten lijken met in de lucht graaiende tentakels. De wind jankt, de thee is troebel van de kalk. Dat zou, gniffelt Gerard, nog weleens een spoortje van Mosa kunnen zijn. Die leefde, lang voordat er mensen waren die thee dronken, samen met andere reuzenreptielen in de Krijtzee, de zee die ontstond tijdens de overstromingen in het Boven-Krijt, zo'n 100 tot 65 miljoen jaar geleden. In deze tropische zee, het voor-voor-malige Mergelland, stapelden zich miljoenen jaren lang schalen, schelpen en skeletten van gestorven dieren op de zeebodem op. Dat was het begin van de vorming van kalksteen.2
Veel merk je er onderweg trouwens niet van, dat je op mergelland loopt, 't is vooral de laag löss die nu het landschap bepaalt. Op deze vruchtbare ondergrond hebben bossen en struiken stukje bij beetje moeten plaatsmaken voor de landbouw. We volgen de bordjes, die ons over een pad sturen dat onder een dik bladerdek door omhoog slingert richting Sart. Het is glad en al gauw lopen we te hijgen, opgejaagd door het bulderen waarmee Lili zich in de verte aankondigt. Soms stuurt ze een windvlaag vooruit die als een molenwiek om ons hoofd slaat. De zweep gaat over het rood, geel en goud aan de bomen. In Waides komen we even op adem.

Drie kwartier in een uur
Wat je er ziet, ruikt en hoort zijn geiten, wat je er proeft komt van chêvres. De Chêvrerie van Waides is heel bijzonder, eigenlijk niet van deze tijd. Een onzichtbare klok krijgt de wijzers maar moeizaam vooruit, drie kwartier in een uur is voldoende. Dat is wat we zoeken en we duwen de houten deur opzij. Binnen hangt de sfeer van eeuwige herfst, de open haard knettert, aan scheefgezakte muren hangen spiegels met barsten en vergeelde foto's. Op een kastje een verdroogd bloemstuk, maar achter het glas zachte, kersverse geitenkaasjes. Het is zondag, de enige dag dat ze open zijn, dus we boffen. Twee uur later staan we weer buiten, het is nog harder gaan stormen. Dikke druppels vliegen tegen de kaart. We hebben pas een kwart van de route afgelegd, van de eeuwenoude Abdij van Val Dieu, richting Voeren en naar Waides. Het tempo moet omhoog.
We kruisen de N608, trekken van gehucht naar gehucht, via Aubin richting Dalhem. Op zijn best door een beschut landschap van holle wegen en langs eenzame boerderijen die verscholen liggen tussen bosjes en struiken, op zijn slechtst over het asfalt van winderige, kale vlaktes met hier en daar lelijke blokkige villa's.

Stilzetten hoeft niet
Het wordt al donker als we de rivier de Berwinne oversteken en inmiddels valt de regen met bakken uit de hemel. De weg glimt, het licht van koplampen weerkaatst op het asfalt. Het aantal verkeersongelukken met dodelijke afloop is hoog in België. We verliezen tijd met zoeken naar de oude spoorbaan, die verscholen ligt tussen de struiken. We volgen hem tot het volgende gehucht, daarna een stuk asfalt en dan glipt het pad van de weg, de beschutting van het bos in, volgens de kaart. Maar dat gaat niet door, het pad is afgesloten voor de jacht. En nou mag de tijd wat langzamer, stilzetten hoeft nou ook weer niet.
Dan, net voor Mauhin, ontdekken we een ander pad, weg van het asfalt, het Bos van Mortroux in. Links en rechts van ons jaagt Lili op ons en rukt woest aan de bomen. We dalen af via een holle weg naar de Ruisseau d'Asse, naar het binnenste van de natuur en verdwijnen tussen de plooien van het landschap.

Voetnoten

  1. Het gebied tussen Luik, Tongeren, Maastricht en Aken.
  2. Mergel is een mengsel van klei en kalk.

Algemeen
De beschreven tocht (23 km) komt uit het gidsje Mergelland, grenzeloos wandelen & fietsen. Deze gids bevat 14 gemarkeerde routes (6 fiets- en 8 wandelroutes) in het grensgebied van Zuid-Limburg en de Voerstreek. De gemeenschappelijke basis van alle routes is de mergelbodem waar je op loopt. Uitgangspunt is dat die bodem geen grenzen kent, dus ook de routes zijn aan beide zijden van de grens uitgezet.
De gids is te koop voor ca f. 15,- bij VVV's in het genoemde gebied.

Duurzaam compromis
Zowel op Belgisch- als Nederlands-Limburgs grondgebied werd en wordt met kalksteen gebouwd. Vroeger in de vorm van mergelblokken, hedentendage in de vorm van cement. Hierdoor zijn belangrijke natuur- en landschapswaarden in het gedrang gekomen. (Ook werden) elementen die het landschap aankleden en belangrijk zijn voor plant en dier (zoals hoogstambomen) in belangrijke mate opgeofferd aan de moderne agrarische bedrijfsvoering. Het bijeenvoegen van percelen en het rooien van de hoogstamboomgaarden rond de dorpen, maakten het landschap grootschaliger en kaler. Mens en natuur (...) doen er goed aan tot een duurzaam compromis te komen.
(uit het gidsje Mergelland)

Er naartoe
Vanuit Nederland gaat 1x/uur een trein naar Visé (ook in het weekend), daar vandaan kun je met de bus naar Dalhem, Mortroux of Aubin (alle drie aan de route), maar de tijden zijn onregelmatig. Info: Belgisch Verkeersbureau, (023) 534 44 34.. In dit geval is de auto een praktischer vervoermiddel.

Eten onderweg
Tijdens de wandeling kom je door enkele kleine dorpjes waar je wat kunt eten of drinken. Topper is La Chêvrerie des Waides, (00 32) (0)4 376 71 94), een geitenboerderij in het gehucht Waides. Een gedeelte is ingericht als 'restaurant', waar eigengemaakte producten geserveerd worden. Helaas niet dagelijks geopend: op zon- en feestdagen van 12.30 - 20.00 uur ('s winters tot 19.00 uur). Deze gelegenheid ligt op een kwart van de route, dus je moet daarna flink doorlopen om de route af te maken. Je kunt natuurlijk ook een ander startpunt kiezen, zodat de etappes beter uitkomen. Ook bij de Abbaye de Val Dieu kun je eten.

Alternatieve route
Bij Dalhem loopt de officiële route een flink stuk langs een doorgaande verkeersweg. Veel leuker is het gesuggereerde alternatief over het oude spoorlijntje. Op de topografische kaart 42/3-4 (Dalhem-Herve, 1:25.000) is één en ander terug te vinden. Die kaart heb je ook nodig als de route ineens afgesloten blijkt vanwege de jacht (in België op zondag niet ongebruikelijk) en je aangewezen bent op een alternatief.

Overnachten
* Gîte de la Maigre Cense, Julémont, (00 32) (0)4 387 66 24.
* Ferme du Ri d'Asse, Mortroux, (00 32) (0)4 376 61 05.